Behandelmethoden:

Cliëntgerichte psychotherapie
Het is een vorm van zelfontdekkende therapie waarin er gekeken wordt naar de beleving van een kind, de jongere of jong volwassene en de patronen, stagnaties in zijn of haar persoonlijke ontwikkeling. In de therapie is veel aandacht voor het opbouwen van een goede vertrouwensrelatie zodat het kind, de jongere of jong volwassene zich open durft te stellen aangaande wat hem of haar bezig houdt. Bij jonge kinderen is spel een zeer belangrijk middel om zich daarover te kunnen uiten en erover te kunnen communiceren. Spel biedt de mogelijkheid voor een kind om de eigen ervaringswereld op een veilige manier te verkennen en problematische ervaringen in verbeeldend spel te uiten en te benoemen. De therapeut helpt in de therapie een kind, jongere en jong volwassene tot nieuwe inzichten te komen. Cliëntgerichte psychotherapie is hierin geen sturende of adviserende behandelvorm. De therapeut volgt vooral het kind, de jongere of jong volwassene in hetgeen getoond of gezegd wordt en sluit aan op diens initiatieven. Door bijvoorbeeld onder woorden te brengen wat het kind, de jongere of jong volwassene laat zien en horen in het therapeutisch contact. Binnen deze relatie helpt de therapeut in het onderzoeken van zijn of haar emoties en zijn of haar ervaringswereld om die vervolgens te ordenen. Dit om het meer te begrijpen en meer hanteerbaar te maken voor het kind, de jongere of jong volwassene. Zodat hij/ zij zich hier prettiger bij voelt, zowel in de relatie met zichzelf maar ook in de relatie met anderen.

Cognitieve gedragstherapie
De cognitieve gedragstherapie is gebaseerd op het cognitieve model. Dit model stelt dat onze gevoelens en gedragingen beïnvloed worden door de manier waarop we gebeurtenissen waarnemen. Niet de situatie of een gebeurtenis op zich bepaalt wat wij voelen, maar de wijze waarop wij een situatie of gebeurtenis interpreteren en/of welke gedachten we hebben over de situatie. Volgens dit model ontwikkelen we al tijdens onze kinderjaren bepaalde overtuigingen over ons zelf, over de wereld en andere mensen. Vanaf jonge leeftijd proberen we al onze omgeving te begrijpen. Door onze interacties met de buitenwereld doen we bepaalde inzichten en of kennis op en geven we hier betekenis aan. Om goed te kunnen functioneren moeten we onze ervaringen op een samenhangende wijze kunnen ordenen. Een cognitief therapeut is vooral geïnteresseerd in welke gedachten aanwezig zijn tijdens een gebeurtenis of situatie en wil begrijpen waar deze vandaan komen. Voor de cognitieve therapie is van belang dat de niet helpende overtuigingen die kunnen zijn ontstaan, veranderd kunnen worden en zich tot meer realistische en meer helpende gedachten kunnen ontwikkelen. Ook is er aandacht voor het aanleren van copingsvaardigheden en het probleemoplossend vermogen. De interventies die bij deze behandelvorm horen zijn meer sturend en er wordt vaak gebruik gemaakt van oefeningen, huiswerk, werkboeken, schema’s (analyses) maken ed.

Gedragstherapie
Gedragstherapie gaat er vanuit dat gedragingen ontstaan op basis van onze leerervaringen en stelt dat onze leerervaringen in belangrijke mate ten grondslag liggen aan het ontstaan en voorbestaan van psychische problemen. Het gedrag is volgens deze methode aan en af te leren door het te stimuleren of uit te doven (zoals belonen, negeren, straffen). Dit wordt ‘shaping’ genoemd waarbij gewenst gedrag bekrachtigd wordt en ongewenst gedrag ontkracht wordt. Het begrijpen van de relatie tussen het gedrag en bekrachtiging of ontkrachting is hierbij van groot belang.

Psychoanalytische psychotherapie
De psychoanalytische psychotherapie is gebaseerd op een ontwikkelingspsychologisch model en er wordt sterk uit gegaan van de ontwikkelingsfasen. In elke fase spelen andere ontwikkelingstaken, en het doorlopen van elke afzonderlijke fase draagt bij aan specifieke eigenschappen van het karakter. Ieder kind, jongere of jong volwassene bevindt zich in een bepaalde ontwikkelingsfase waarin driften, conflicten, behoeften en relaties aanwezig zijn. Psychoanalytici stellen dat iedere fase goed doorlopen en ontwikkeld moet worden anders kan dit leiden tot neurotische problemen.

Een psychoanalytische psychotherapeut brengt aspecten uit de verschillende ontwikkelinsfasen in beeld en gaat na of deze remmend en/of problematisch zijn of dat ze juist goed en constructief zijn. Deze behandelmethode heeft als doel om eventuele onderliggende, onbewuste blokkades op te heffen en een normale ontwikkeling te herstellen. Daarnaast gaat het om het opbouwen van een innerlijke wereld van gedachten, gevoelens en fantasieën waardoor ze greep krijgen op hun doen en laten.

Traumabehandeling (EMDR)
EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is een geprotocolleerde behandelmethode voor aan trauma gerelateerde angststoornissen. Het richt zich op het opheffen van een blokkade in het natuurlijke verwerkingssysteem van een individu, wat zich kan uiten in herbelevingen, het vermijden van zaken die aan het voorval herinneren of in symptomen van angst of verhoogde prikkelbaarheid. In vergelijking met de cognitieve gedragstherapie worden dezelfde resultaten behaald maar is de behandeling meer efficiënt en van kortere duur.

Voorbeelden van stoornissen waarbij EMDR mogelijk een bijdrage kan leveren:

  • paniekstoornis (eerste paniekaanval als trauma);
  • sociale angst, specifiek (aan een specifieke concrete situatie kunnen koppelen);
  • zelfbeeldbeschadigingen (pestervaringen en faalangstproblemen);
  • specifieke fobiëen;
  • reactieve stemmingsstoornis;
  • rouw.

Gezinstherapie
Kenmerkend voor gezinstherapie is dat het kind, de jongere of jong volwassene samen met zijn gezinsleden in therapie is. Een gezinstherapeut (systeemtherapeut) ziet de klachten nooit als op zichzelf staand. Zij stellen dat het meestal te maken heeft met de situatie waarin het kind, de jongere of jong volwassene leeft. De klachten worden beïnvloed door de mensen met wie ze samenleven en andersom. Gesprekken met een gezinstherapeut zorgen voor meer begrip tussen het kind, de jongere of de jong volwassenen en hun naasten (vader, moeder, broer, zus, opa, oma).

Bij aanvang van de therapie ligt de aandacht op het in beeld brengen van het gezin: o..a. de gezinstructuur, het gezinsfunctioneren en gezinsfases.

Tevens is er aandacht voor de manier waarop er met elkaar omgegaan wordt, welke interacties er zijn en hoe er gecommuniceerd wordt (welke communicatiestijlen). Bij gezinstherapie wordt het probleem in relatie tot de omgeving gebracht en kijkt een gezinstherapeut naar de functie van de klachten in het gezin en de invloed van de klacht op anderen.

Het doel van gezinstherapie is het veranderen van de omgang met elkaar en/of het veranderen van de manier waarop tegen het probleem wordt aangekeken. In de therapie worden de gezinsleden zich bewust van de manier waarop ze op elkaar reageren en krijgen zij meer zicht op de invloed die ze op elkaar hebben. Van daaruit wordt gewerkt aan een oplossing.

Opvoedondersteuning
Alle ouders willen hun kind een zo goed mogelijke jeugd geven. Iedere ouder beseft dat dit het fundament is voor de rest van het leven en dat moet stevig zijn anders is de kans op problemen later in het leven groot. Opvoedondersteuning helpt de ouders bij het leggen van een gezonde basis. Bij ouders met eigen psychische of psychiatrische problemen kunnen er andere opvoedingsvragen en- zorgen naar boven komen dan bij ouders die geen psychische problemen kennen. In de opvoedondersteuning wordt samen met de ouders een antwoord gezocht op hun vragen.

Daarnaast is er in de opvoedingsondersteuning ook aandacht voor de uitleg over de relatie tussen ouderproblematiek en de ouderrol. Belemmeringen in het invullen van de moederrol of vaderrol worden bespreekbaar gemaakt en de ouders worden geholpen bij het anders invullen van de ouderrol; dit wordt afgestemd op de eigen problematiek en de mogelijkheden en/of beperkingen van de ouder. Belangrijk is de openheid over de problematiek van de ouder. Veel ouders zitten met schuld- of schaamtegevoelens en zijn geneigd die problemen weg te houden en er zelf oplossingen voor te zoeken. Maar het is belangrijk dat er open over gesproken wordt zodat een ieder in het gezin begrijpt wat er aan de hand is en dat er samen naar een manier gezocht kan worden hoe met de problemen bij de ouders om te gaan. Dit is ook het doel van de opvoedondersteuning. Niet het wegnemen van de problemen bij de ouders maar de ouders en het gezin helpen de problemen beter te begrijpen en samen een manier vinden om hier goed mee om te kunnen gaan. Opvoedondersteuning is een mooie aanvulling op een behandeling van de ouder(s) of een kind maar is ook een goede manier om de ouders met psychische en/of psychiatrische problemen een soort ‘onderhoudsgesprekken’ te bieden.